Nordstau
Het weersfenomeen achter forse sneeuwval in de Alpen
Een Nordstau is een bekend meteorologisch fenomeen in de Alpen waarbij koude, vochtige lucht vanuit het noorden of noordwesten tegen de noordelijke hellingen van het gebergte wordt gestuwd.
Dit proces, waarbij de lucht gedwongen wordt om op te stijgen en daardoor afkoelt en condenseert, zorgt voor aanzienlijke neerslag aan de noordkant van de Alpen, vaak in de vorm van sneeuw.
Skigebieden profiteren volop van deze sneeuwval, die hun pistes bedekt met verse poeder.
Hieronder lees je
- wat een Nordstau precies is,
- wanneer deze voorkomt,
- welke gebieden er het meeste voordeel van hebben
- en enkele extreme Nordstau-situaties uit het verleden.
Wat is een Nordstau?
Bij een Nordstau stroomt koude, vochtige lucht vanuit het noorden richting de Alpen. Wanneer deze luchtmassa de bergen bereikt, wordt ze door het bergmassief gedwongen omhoog te stijgen. Door deze stijging koelt de lucht af, condenseert en vormt wolken die intensieve neerslag produceren.
Dit type neerslag, bekend als orografische neerslag, valt voornamelijk als sneeuw in de wintermaanden en kan leiden tot aanzienlijke sneeuwval aan de noordkant van de Alpen.En lekker om te freeriden dus.
Door de opstuwing van vochtige lucht is een Nordstau een belangrijke bron van sneeuw voor skigebieden in de noordelijke Alpen.
Check ook: Freeriden en veilig off piste gaan.
Wanneer komt een Nordstau voor?
Een Nordstau ontstaat dus vooral in de winter, wanneer, zoals hierboven gezegd, een noordelijke luchtstroom wordt aangewakkerd door specifieke atmosferische condities.
Dit gebeurt vaak wanneer de jetstream over Oost-Europa naar het zuiden beweegt.
In zo’n situatie komt Oostenrijk tussen een hogedrukgebied boven West- of Zuidwest-Europa en een laagdrukgebied boven Oost- of Noordoost-Europa te liggen. Dit patroon dwingt koude lucht vanuit het noorden naar de Alpen, waar deze lucht door de bergen wordt gestuwd en afkoelt, wat intensieve neerslag veroorzaakt.
Gebieden die profiteren van een Nordstau
Tijdens een Nordstau zijn vooral de noordelijke Alpenhoofdkam en de omliggende skigebieden aan de noordkant van de Alpen de grote winnaars. Onder meer delen van Oostenrijk, het noorden van Zwitserland en soms de noordelijke Franse Alpen ontvangen grote hoeveelheden sneeuw.
Skigebieden zoals Arlberg, Dachstein, Warth, en Damüls staan bekend als zogenaamde “schneelochen” – plekken die jaar na jaar enorme sneeuwval registreren dankzij hun strategische ligging aan de noordkant van de Alpen.
Terwijl de noordelijke Alpen profiteren van de sneeuw, ontstaat aan de zuidkant van de Alpenhoofdkam vaak een tegenovergesteld effect: de lucht daalt, warmt op en droogt uit, wat resulteert in zonniger en droger weer. Dit fenomeen staat bekend als het föhneffect, en zorgt ervoor dat de zuidelijke Alpen vaak droog en zonnig blijven tijdens een Nordstau.
Extreme Nordstau-situaties in de Alpen
Nordstau-situaties kunnen soms voor extreme sneeuwval en uitzonderlijke weersomstandigheden zorgen. Hier zijn enkele opmerkelijke Nordstau-situaties uit de Alpenregio:
- Winter van 2018-2019: Tijdens deze winterperiode werd de Alpenregio getroffen door meerdere opeenvolgende Nordstau-situaties, met als gevolg buitengewone sneeuwval. In januari 2019 viel er bijvoorbeeld in korte tijd twee tot drie meter sneeuw in veel gebieden, met als extreem voorbeeld het Oostenrijkse Hochfilzen, waar maar liefst 4,5 meter verse sneeuw viel. Dit zorgde voor problemen zoals afgesloten wegen en verhoogd lawinegevaar.
- Vroege Winterinval in September: In sommige jaren kunnen de Alpen in september al door een Nordstau getroffen worden, wat zorgt voor vroege en zware sneeuwval. Dit gebeurde in 2024 waarin de sneeuwgrens daalde tot 1000-1500 meter, wat resulteerde in meer dan een meter sneeuw in de oostelijke Alpen. Deze vroege sneeuwval creëerde niet alleen winterse omstandigheden, maar leidde ook tot risico’s op overstromingen en aardverschuivingen door het snelle smelten van de sneeuw in de lagere delen.
- Aanhoudende Sneeuwval: Bij aanhoudende noordenwind kan een Nordstau-situatie dagen duren, waarbij de sneeuwval onverminderd doorgaat. In extreme gevallen valt er binnen 24 uur een halve meter sneeuw tot in de dalen, waardoor de noordelijke Alpen, waaronder delen van Oostenrijk en Zwitserland, te maken krijgen met dikke lagen sneeuw en verhoogd lawinegevaar.
- Föhn en Instabiliteit: Naast de extreme sneeuwval aan de noordkant kan een Nordstau ook extreme weersomstandigheden aan de zuidkant van de Alpen veroorzaken. De föhnwinden aan de zuidkant van de Alpenhoofdkam kunnen de sneeuw destabiliseren, waardoor het risico op lawines toeneemt. Bovendien zorgt de dalende, warme lucht voor droge en zonnige condities, wat een scherp contrast vormt met de sneeuwrijke noordkant.
Een indrukwekkend weersfenomeen
Een Nordstau is een indrukwekkend weersfenomeen dat een significante impact heeft op de noordkant van de Alpen, waar skigebieden vaak profiteren van grote hoeveelheden verse sneeuw. Voor wintersporters betekent dit perfecte omstandigheden, maar de soms extreme sneeuwval kan ook gevaarlijke situaties veroorzaken, zoals lawines en overstromingen. Het weerfenomeen Nordstau onderstreept het unieke klimaat en de diversiteit van de Alpen, waar in korte tijd grote veranderingen in de weersomstandigheden kunnen optreden, afhankelijk van de richting van de luchtstromen.