De backcountry biedt ongeëvenaarde vrijheid en avontuur voor skiërs en snowboarders, maar deze vrijheid brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee.

Het terrein is ruig, de risico’s zijn reëel en de natuur is onvoorspelbaar.

Om van deze unieke ervaring te genieten en tegelijkertijd veilig te blijven, is het essentieel om een aantal basisregels te volgen.

In deze blogpost ontdek je de belangrijkste veiligheidsregels die je helpen om verantwoord en met vertrouwen door de bergen te navigeren.

Of je nu met een gids op pad gaat (altijd het beste) of toch zelfstandig de backcountry verkent, deze tips zorgen ervoor dat je optimaal kunt genieten van je avontuur. Lees verder en bereid je goed voor.

Bron: RK Heliski – Heli-skiing in British Columbia

De 10 tips in het kort:

  1. Volg altijd de instructies van de gids
  2. Stop altijd boven en aan de zijkant van de gids
  3. Verminder snelheid bij het naderen van verzamelpunten
  4. Houd de sporen van de gids in zicht
  5. Ski naar beneden (geen traverseren) en ongeveer 1-2 meter van het dichtstbijzijnde spoor
  6. Verdwaald? Stop, luister en maak geluid – en gebruik de radio
  7. Houd voldoende afstand (bijvoorbeeld 5 bochten uit elkaar, één tegelijk)
  8. Ski met een partner, tenzij anders aangegeven
  9. Stop niet onder blinde hellingen of in steil, open terrein
  10. Kijk voordat je springt

Veiligheidsregels in de backcountry

Wanneer je met (een gids) aan het skiën of snowboarden bent in de backcountry, is het belangrijk om enkele eenvoudige regels te onthouden die ieders veiligheid en plezier vooropstellen.

Bij deze de basisregels uitgelegd.

Regel 1: Volg altijd de instructies van je gids

Als er iets onduidelijk is, aarzel dan nooit om om verduidelijking te vragen. De instructies van je gids zijn cruciaal voor jouw veiligheid en om het meeste uit je ervaring te halen. Let goed op en stel vragen als er iets niet duidelijk is.

Regel 2: Stop altijd boven je gids

Telkens wanneer je gids stopt om de groep te verzamelen, zorg er dan voor dat je boven hem of haar stopt. Gidsen kiezen specifieke plekken om te verzamelen, meestal boven potentieel gevaarlijke gebieden zoals kliffen of lawinehellingen. Stop dus altijd boven je gids om jezelf niet aan deze gevaren bloot te stellen.

Regel 3: Verminder snelheid bij verzamelpunten

Wanneer je naar een verzamelpunt gaat, vertraag dan en kom rustig aan. Te snel aankomen kan ongelukken veroorzaken, zowel voor jezelf als voor anderen in de groep. Blijf in controle en benader de groep veilig.

Regel 4: Houd altijd het spoor van de gids in zicht

Het spoor is zorgvuldig gekozen om gevaren te vermijden en het terrein effectief te beheren. Als je van het spoor afwijkt, loop je het risico in een gevaarlijke situatie te belanden en onbedoeld de rest van de groep van de gids weg te leiden.

Regel 5: Ski of snowboard recht naar beneden

Waar mogelijk, ski of snowboard recht naar beneden zonder te traverseren. In open terrein is het beter om je sporen ongeveer één meter naast de dichtstbijzijnde sporen te plaatsen.

Regel 6: Raak niet verdwaald

Als je ooit verdwaalt, stop dan direct, maak lawaai en luister goed. Gebruik je radio device om contact op te nemen met je gids en vraag om hulp als dat nodig is. Ski of snowboard altijd met een partner, tenzij anders is aangegeven. Dit is extra belangrijk, vooral in bosrijke gebieden, waar treewells (boomputten) een ernstig gevaar kunnen vormen. Zorg ervoor dat je altijd met je partner arriveert bij verzamelpunten.

Regel 7: Houd voldoende afstand

Houd een goede afstand tussen skiërs of snowboarders: ongeveer vier tot vijf bochten uit elkaar, tenzij anders aangegeven. Soms kan je gids vragen om één voor één een stuk te skiën. Dit helpt om de blootstelling van de groep aan risicovol terrein te minimaliseren.

Regel 8: Ski met een partner, tenzij anders aangegeven

Regel 9: Stop niet op steile hellingen of blinde hellingen

Vermijd het stoppen op steilere hellingen, vooral wanneer je één voor één skiet. Probeer in plaats daarvan helemaal door te skiën of snowboarden tot je bij de gids bent.

Regel 10: Kijk en weet waar je je sprong wilt maken.

Vermijd ook het stoppen op plekken waar anderen je niet kunnen zien, zoals achter richels of bij mogelijke sprongen. Dit verkleint het risico dat anderen je niet zien en tegen je aan botsen.

Maar als er dan toch wat gebeurd?

Bijvoorbeeld dat je verdwaald of als er een lawine ontstaat. Of toch in een treewell terecht komt.

Lawines: wat te doen

Als iemand in de groep merkt dat een helling begint te lawineren, moet die persoon hard en duidelijk “lawine!” roepen om de persoon op de helling te waarschuwen en de rest van de groep te alarmeren. Wie wordt meegesleurd in de lawine moet ook “lawine!” roepen en proberen naar de zijkant van de lawine te skiën of boarden. Activeer je airbag onmiddellijk en probeer te zwemmen om naar de zijkant van de lawine te bewegen.

De rest van de groep moet de persoon in de lawine nauwlettend volgen totdat ze hem of haar niet meer kunnen zien. Dat laatste zichtpunt is de plek waar je begint met zoeken met de lawinezender. Zodra je binnen drie meter van het signaal bent, begin je met de nauwkeurige zoektocht.

Meer over: Wat moet je dan als je in een Lawine komt?

Treewells oftewel: boomputten

Boomputten zijn gebieden met losse sneeuw rondom boomstammen. Ski altijd met een partner en blijf binnen zicht- of gehoorsafstand van elkaar. Als je erin valt, blijf dan rustig, ondersteun jezelf met één hand tegen de boom en verwijder sneeuw van je gezicht met je andere hand. Maak lawaai om je team te waarschuwen.

Als je ziet dat iemand in een boomput valt, benader hem of haar van opzij of van beneden en graaf voorzichtig met je schop, beginnend bij het hoofd om de luchtweg vrij te maken. Zodra de persoon voldoende is uitgegraven, help je hem of haar uit de boomput.

Meer over: Wat moet je dan als je in een Treewell komt?

Door deze veiligheidsregels te volgen, kan iedereen samenwerken om de veiligheid en het plezier in de bergen te maximaliseren.